Spec – Onderwaterfotografie (gevorderd)

weet de deelnemer hoe hij een spiegelreflex- of uitgebreide systeem- of compactcamera kan bedienen, wat de mogelijkheden en verschillen zijn en hoe hij de camera moet onderhouden:

• Kan de deelnemer uitleggen welke uitbreidingsmogelijkheden er zijn voor de camera van zijn keuze. (zoals lenzen, poorten, flitsers etc.)
• Kan de deelnemer een goede keuze maken tussen autofocus of handmatig scherpstellen.
• Weet de deelnemer hoe hij een exacte belichting kan maken op basis van een histogram.
• Weet de deelnemer welke domeport voor verschillende doeleinden het beste gebruikt kunnen worden.
• Heeft de deelnemer inzicht in de mogelijkheden van een externe lichtbron zoals flitsers, zodat hij weet wat het effect is bij verandering van de diameter, afstand en hoek waarop deze gebruikt worden.
• Weet de deelnemer hoe menglicht opnamen gemaakt moeten worden; kan de deelnemer zijn compositie bepalen aan de hand van diverse factoren.
• Weet de deelnemer welke factoren een foto nog meer interessant maken.
• Kan de deelnemer groothoekopnamen met een model maken;
• Heeft de deelnemer een globale indruk van de verschillende nationale en internationale wedstrijden.
• Heeft de deelnemer een globaal overzicht van de mogelijkheden en verschillen van een groot aantal nabewerkingsprogramma’s.
• Kan de deelnemer uitgebreide correcties doorvoeren via de nabewerking.
• Weet de deelnemer wat hij met RAW bestanden uit zijn opname kan halen.
• Kan de deelnemer foto’s plaatselijk corrigeren via aanpassing in lagen.
• Weet de deelnemer hoe hij foto’s moet rubriceren en archiveren.