
Duikverslag | Mijn eerste Noordzeeduik!
We gaan! Ergens vanuit de stuurhut klink deze uitroep. Ik ben net gearriveerd in het haventje aan de kanaaldijk bij zijkanaal E. Met een beetje moeite parkeer ik mijn auto bij de vuurton. Ik probeer het pad vrij te houden voor eventueel voorbij rijdende auto’s. Tijdens het uitstappen zwaai ik vriendelijk naar de mensen op de Murene. Later blijken dit Dick en Piet van duikteam “De Walvis” te zijn. Dick helpt mij de duikspullen van de auto naar de boot te brengen. Ik ben gelukkig op tijd om “We gaan” te horen.
Wolter drukt op de startknop van motor 1. Zonder tegenzin geeft deze zich gewonnen en slaat aan. Motor 2 wordt gestart. Ik hoor de startmotor draaien maar hoor niet het aanslaan moment. Een 2e poging strandt ook. Merk ik hier een lichte paniek? Stilletjes hoop ik dat de Noordzee duik niet doorgaat. Eigenlijk ben ik er erg onzeker over. Natuurlijk erg egoïstisch, maar wel herkenbaar voor iemand die iets voor de eerste keer doet. Ergens in de verte hoor ik een 3e poging. Motor 2 geeft zich ook gewonnen en slaat aan. Vanuit de motorkamer hoor ik Ruud zeggen, “Ach, we moesten even pompen”. Wolter manoeuvreert de boot de haven uit en stuurt het Noordzeekanaal op. Zo, gaat het toch gebeuren. Na 1 keer als passagier mee te zijn geweest, ga ik nu voor mijn eerste Noordzeeduik. Spannend.
De ervaren schipper stuurt de boot richting IJmuiden. Een hand bovenop- en een corrigerend rechtervoetje onderaan het stuurwiel. Op het voordek wordt de vul unit naar boven gehaald. De flessen worden aangesloten, en ik hoor dat ergens in het vooronder het aggregaat wordt gestart. Onder de bezielende leiding van Ruud en Arjan worden de flessen gevuld. Heerlijk om te horen hoe de twee grootheden pesterijen uitdelen over de volgorde en procedure die moet worden gevolgd betreffende het vullen. Het aggregaat trekt zich hier niets van aan en blaast rustig de aangeboden flessen vol. Ik overleg met Wolter wordt besloten dat ik met een 12 liter naar beneden ga. Ik ga mijn lood aanpassen aan het verschil gewicht van de flessen. “Doe maar 2 kilo eraf” roept Wolter vanuit de stuurhut.
Terwijl de oever langzaam aan ons voorbij glijdt, begint bij mij de spanning toe te nemen. IJmuiden nadert. Hans, Robert, Sydney en Erik staan ons op te wachten. Tijd voor, “voor en achter”. Ruud voor en Theo achter leggen de boot vast. De duikspullen worden aan boord gebracht, waarna ook het viertal zich bij ons voegt. Ruud en Theo maken met een sierlijke zwaai de trossen los van de bolders. Op naar de sluis. Als een allesverslindende muil openen de deuren zich om ons op te slokken. Weer “voor en achter” voor Ruud en Theo. Met de trossen op schuif stijgen we langzaamaan omhoog. De sluisdeuren openen zich en we varen de Noordzee op richting De Hondsbosch. Met een stevige deining en tegen de wind wordt deze na een poos bereikt. Is het de deining of is het de spanning die ervoor zorgt dat ik een wee gevoel in mijn maag voel.
Erik en Hans gaan vastleggen. Ik ga me omkleden. Robert is mijn buddy vandaag. Met hulp van Ruud krijg ik mijn stepjack aan. Heerlijk dat hij wel de rust bewaard die mij op dit moment ontbeerd. Na een korte briefing van Robert ga ik met hulp van Ruud naar stuurboord. Ik voel me een beetje een gevangene van een piratenschip die voor straf van de plank moet. Ik spring in zee en merk gelijk dat ik iets vergeten ben. Een van de eerste lessen van Ad was, dat je het zonder automaat in je mond niet lang volhoudt. Nou die automaat was ik dus vergeten. Waar is tie? Ik zwem terug naar de boot waar Ruud mij weer uit de brand helpt. Echt, een bos bloemen voor die man. Ik zwem naar de ankerlijn en trek mijzelf naar beneden. Gelukkig gaat het klaren goed. De tocht naar beneden duurt langer dan verwacht. In de verte zie ik een licht. Het zal toch niet? Licht aan het eind van de tunnel. Gelukkig, het is Robert die beneden bij het wrak mij opwacht.
Even rust, Sydney voegt zich bij ons en gedrieën beginnen we te zwemmen. Ik verbaas me over de hoeveelheid vis die zich in het wrak bevind. Grote krabben zoeken dwarslopend een veilig heenkomen. Om het wrak, door het wrak, over het wrak. Wat een belevenis om dit mee te maken. Heb ik me hiervoor nou zo druk gemaakt? Het is gewoon heerlijk. Robert geeft aan dat we terug gaan. Bij de ankerlijn aangekomen geeft Robert aan dat ik voor ga. Ik trek mij langs de lijn omhoog en merk dat ik te snel stijg. Ik stop op 5 meter waar Robert zich na een poosje ook arriveert. Robert hield zich wel aan de vereiste stijgsnelheid. 5 minuten decostop. Langzaam zak ik iets terug. Het teken van Robert om iets te stijgen zie ik als het sein om door te gaan naar boven. Foutje dus. Ik zwem langs de lijn naar de lift en laat me door Wolter omhoog takelen. Ruud (wat moet ik zonder die man) staat klaar om mij te helpen om m’n vest uit te doen. Tijdens het omkleden komen de andere buddyparen ook naar boven. De stemming is goed. Met z’n allen een leuke duik gemaakt. Erik en Hans gaan weer naar beneden om de ankerlijn los te maken. Zodra dit klaar is gaan we terug richting IJmuiden.
Bij het fornuis staat Theo in de pan met champignonsoep te roeren. Een heerlijke soeplucht vult de stuurhut. De soep wordt uitgedeeld en niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend. Een lekkere hotdog volgt. Al naar gelang de behoefte wordt deze opgesierd met pretvet. Mayonnaise en/of ketchup. Wat een traktatie. Terwijl Dick en Piet zich ontfermen over de afwas naderen we IJmuiden.
Stoer is het als de sluisdeuren zich voor de Murene openen. Voor Ruud en Theo geldt weer “Voor en achter”. Even buiten de sluis nemen we afscheid van Robert, Sydney en Hans. Erik hijst zijn fiets aan boord, hij vaart met ons mee over het Noordzeekanaal terug naar de haven langs de Kanaaldijk in zijkanaal E. Nog een biertje toe en dan naar huis. Met de auto langs het Noordzeekanaal.
Noorzeekanaal, Noordzee, Noorzeekanaal. Fijne dag.
Door Henk Heijnen